De stervende graankorrel brengt vrucht voort
Inleiding
Lieve mensen, van harte welkom, Vandaag is het de 5e zondag van de Veertigdagentijd. Intense teksten krijgen we vandaag te horen. Hoopvolle teksten, maar ook confronterende teksten. Hoopvol: we horen bij Jeremia, hoe wij voor altijd diep verbonden zijn met God onze Vader. En we horen in het evangelie over veel vruchten voortbrengen. …Confronterend: volgende week begint de Goede Week, en we weten allemaal hoe die weg zal gaan voor Jezus. Vandaag horen we over sterven, je leven verliezen, ja, zelfs je leven háten… We gaan er straks wat dieper op in. Laten we nu eerst even stil worden en aanwezig komen, helemaal zoals we zijn, en ruimte maken in ons hart, om te kunnen ontvangen wat God onze Vader ons wil geven …
Eerste lezing: Jeremia 31, 31-34
Uit de profeet Jeremia
Er komt een tijd – godsspraak van de Heer – dat Ik met Israël een nieuw verbond sluit. Geen verbond zoals Ik met hun voorvaderen gesloten heb, toen Ik hen bij de hand heb genomen om hen uit Egypte te leiden. Want dat verbond hebben zij verbroken, ofschoon Ik hun meester was – godsspraak van de Heer-. Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël sluit: Ik leg mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden: Leer de Heer kennen. Want iedereen, groot en klein, kent Mij dan – godsspraak van de Heer-. Dan vergeef Ik hun misstappen, Ik denk niet meer aan hun zonden.
Tweede lezing: Hebreeën 5, 7-9
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters, in de dagen van zijn sterfelijk leven heeft Christus onder luid geroep en geween gebeden en smekingen opgedragen aan God die Hem uit de dood kon redden. Om zijn vroomheid is Hij verhoord: hoewel Hij Gods Zoon was heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd; en toen Hij het einde had bereikt is Hij voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak geworden van eeuwig heil.
Evangelielezing: Johannes 12, 20-33
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
Onder degenen die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding waren ook enige Grieken. Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan en vroegen hem: “Heer, wij zouden Jezus graag spreken.” Filippus ging het aan Andreas vertellen en tenslotte brachten Andreas en Filippus de boodschap aan Jezus over. Jezus echter antwoordde hun: “Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen; waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient zal de Vader hem eren. Nu is mijn ziel ontroerd. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Naam.” Toen kwam er een stem vanuit de hemel: “Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken.” Het volk dat er bij stond te luisteren zei dat het gedonderd had. Anderen zeiden: “Een engel heeft tot Hem gesproken.” Maar Jezus sprak: “Niet om Mij was die stem maar om u. Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats, nu zal de vorst dezer wereld worden buitengeworpen; en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven zal Ik allen tot Mij trekken. “Hiermee duidde Hij aan welke dood Hij zou sterven.
Overweging
Lieve mensen, intense lezingen vandaag. Mozes heeft van God op de berg Sinaï de wet in stenen tafelen gekregen. Het volk Israëls lukte het niet – en dan worden ook wíj steevast bedoeld! – het lukte niet om aan die wet op stenen tafelen trouw te blijven, zeg maar “trouw aan de wet van buiten af”. Vandaag horen we van Jeremia, hoe God een nieuw verbond met ons sluit: “Ik leg mijn wet in hun binnenste, ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn”.. Intiemer is de band tussen God en de mens niet uit te drukken. Is dit niet waar het eigenlijk allemaal om draait in ons leven? Dat Gods wet in ons binnenste, in ons hart gegrift is, en dat ons hart daarom de leidraad zou moeten zijn in alles wat wij doen en laten? En hoe eenvoudig èn rechtstreeks is die weg: in ons eigen hart, dáár is de band met God te vinden. Dat horen we ook terug in die spreuk van kerkvader Augustinus, die ik al zo vaak genoemd heb: ” Onrustig is ons hart tot het rust in U” .
Ons hart, dáár draait het kennelijk om. Dáár is de intieme band met God te vinden, waar wij toch ons hele leven naar op zoek zijn, waar wij naar verlangen. Ons hart = symbool voor de liefde immers. Horen we Johannes niet zeggen dat God Liefde is..? We weten allemaal, dat het dan niet om sentimentele ‘liefde’ gaat, om ‘liefde’ zoals die ons in allerlei, goedkope onzin-films wordt voorgespiegeld…. 1)God is Liefde. 2)Wij zijn geschapen naar Zijn beeld. Als God Liefde is, en wij zijn geschapen naar Zijn beeld, dan is Liefde toch ook ònze bestemming? Het is als hoe het in de natuur gaat, we gaan het nu weer meemaken in het komende tuinseizoen: de Liefde, die wet van God, is het zaadje dat in ons hart is gelegd. Maar dan wordt het nog een heel groeiproces voordat dat zaadje is uitgegroeid tot hoe het bedoeld is. Door weer en wind, regen en hitte, natheid en droogte, álles moet zo’n zaadje doorstaan. Die intieme band met God onze Vader: Zijn Liefde is het zaadje, het fundament waar wij uit bestaan, waarop wij tot Leven kúnnen komen. Maar het gaat dan om dat ‘tot Leven kúnnen komen’. Want dat dat niet vanzelfsprekend is èn ook niet gemakkelijk, dat horen we zowel in de 2e lezing als in het evangelie. We horen in de Hebreeën brief hoe Christus onder luid geroep en geween tot Zijn Vader bidt, we horen, dat Hij slechts in de school van het lijden tot gehoorzaamheid is kunnen komen, hoewel Hij Gods Zoon was…. Zouden wij het ’beter’ kunnen ? Ook wíj ‘mogen’ dan toch onder luid geroep en geween tot God onze Vader bidden, het niet meer zien zitten, wellicht soms ten einde raad zijn …. En in het evangelie horen we, hoe dat nieuwe verbond waar Jeremia over spreekt, in nòg weer intensere vorm naar ons toe gekomen is, juist precies in Christus.
Want precies in Christus hebben de profetische woorden van Jeremia een nieuwe betekenis gekregen. Dat gaan we horen op Witte Donderdag, als Jezus bij het Laatste Avondmaal na de maaltijd zegt, dat de beker het nieuwe verbond is dat door Zijn bloed gesloten wordt. Christus vertegenwoordigt lijfelijk het nieuwe verbond met God
Maar vandaag horen we ook wat het kòst om die intieme band met God onze Vader gestalte te geven in ons leven, om de wet die Hij in ons hart gegrift heeft lévend te houden. Hóór ik, horen we wel wat hier gezegd wordt: hoe Jezus in de school van het lijden tot gehoorzaamheid is gekomen? Ik denk, dat wij allemaal zoals we hier zitten, wel met ‘lijden’ te maken hebben (gehad), in meer of minder ernstige mate. Dat heeft Híj dus óók meegemaakt. De beeldspraak die Hij gebruikt spreekt voor zich: over de graankorrel die moet sterven om veel vrucht te kunnen dragen. Maar het is in Zijn leven niet bij beeldspraak gebleven: dat horen we in de Goede Week. Hij heeft het lijfelijk gedáán! Als ik dit probeer toe te laten in mijzelf, dan voel ik angst, en onvermogen, onwil ook. Ik persoonlijk ben ook bang voor de dood.…hoe kan ik dit nou ‘willen’ wat hier gezegd wordt? En dan betrap ik mezelf er toch op, dat gemakzucht, en behaaglijk leven, comfort in allerlei opzicht, dat dat toch wel heel erg aantrekkelijk is. En dat staat dan soms toch wel haaks op ‘sterven om te leven’, ‘sterven om veel vrucht voort te brengen’…Terwijl het wèl het verlangen van mijn ziel is, om Jezus na te volgen, die wet die in mijn hart gelegd is, waar ik de band met God die Liefde is kan ervaren….En dan hoor ik Paulus zeggen hoe ook hij hiermee geworsteld heeft: wat hij wilt dat doet hij niet en wat hij doet dat wil hij niet. Worden ook wij niet met deze worsteling geconfronteerd als wij serieus werk proberen te maken van ons gelovig zijn, van ons proberen Jezus na te volgen op Zijn weg? Het zijn existentiële levensvragen die ons worden gesteld. Juist ook in deze Veertigdagentijd, als het zo heel concreet wordt wat dat betekent ? Kiezen we voor de verbondenheid met God, Die in ons hart woont, en durven we de weg te gaan die daarvoor nodig is? Jezus heeft het ons vóórgeleefd, Hij is ons voorgegaan. Ach lieve mensen, laten we ons richten op die intieme band die er ìs, onze wezensverbondenheid met God onze Vader. We hebben het nódig, om eerst die diepe verbondenheid echt te ervaren, om daarna de weg te kunnen en durven gaan, die voortkomt uit deze wezensverbondenheid, de weg die Jezus ons nu voorleeft. Er is zoveel eenzaamheid tegenwoordig, ook onder jongeren. Maar ik vermoed dat dat ook vaker een existentiële eenzaamheid is = dat we die diepe verbondenheid met God zijn kwijtgeraakt, die er ìs. Dát horen we vandaag, en komende week. Want er is een weg uit die eenzaamheid. Jezus heeft het ons voorgeleefd in de ultieme verlatenheid die Hij heeft doorgemaakt: “God mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten” heeft Hij uitgeschreeuwd. Maar ìn die verlatenheid heeft Hij zich toevertrouwd aan Zijn Vader. In Jezus is de diepste verlatenheid èn de wezensverbondenheid met God zichtbaar geworden. En vóelbaar, ook voor ons hier en nu, óók als we het moeilijk hebben. Juist als we ons richten op dat verbond met God, dat in ons hart gegrift is, als we ons richten op het diepe verlángen dat in ons leeft naar die verbondenheid met Hem. Dát wens ik mijzelf en ons allen, iedereen tóe! Amen. Dat het zo moge zijn.
Slotgedicht:
Vreugde: deze.
Het eigen diepste
met het allerdiepste
één.
Onaanrandbaar, onaantastbaar,
oneindig veilig
tussen stormen van geween,
dit weten: God leeft
dus is leven heilig.
Henriette Roland Holst- vd Schalk
Ik leg mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Jer. 31,33